Richtlijn opvang van dak- en thuisloze mensen
Versie 4: 18 mei 2020
Aanpassingen ten opzichte van versie 3:

– Op dit moment wordt met partijen uit het veld gewerkt aan een nieuwe richtlijn voor daken thuisloze mensen, gericht op het afbouwen en ombouwen van de noodopvang, zoals die
op basis van de huidige richtlijn is ingericht. Naar verwachting wordt die nieuwe richtlijn uiterlijk begin juni gepubliceerd. Tot die tijd blijft deze richtlijn van kracht.

Versie 3: 23 april 2020
Aanpassingen ten opzichte van versie 2:
– De geldigheidsduur van deze richtlijn is verlengd tot 20 mei.
Versie 2: 1 april 2020
Aanpassingen ten opzichte van versie 1:
– De geldigheidsduur van deze richtlijn is aangepast;
– De tekst over mensen in de opvang die isolatie weigeren is aangepast.
Op dit moment wordt met partijen uit het veld gewerkt aan een nieuwe richtlijn voor dak- en thuisloze mensen. Naar alle verwachting wordt deze nieuwe richtlijn uiterlijk begin juni gepubliceerd. Tot die tijd blijft deze richtlijn van kracht. Houdt de website van de Rijksoverheid en het RIVM in de gaten. Hier vind je ook veel gestelde vragen en antwoorden (FAQ’s) ten aanzien van de opvang van dak- en thuisloze mensen. Ook op de website van de VNG staan FAQ’s.
Ten aanzien van de nachtopvang:
– Het is belangrijk dat dak- en thuisloze mensen in de nacht een slaapplek hebben. Daarom moeten gemeenten de nachtopvang open houden voor rechthebbenden volgens de Wmo 2015.
– Vanuit humanitaire overwegingen is het wenselijk tijdelijk (voor de duur van de aanvullende maatregelen van het kabinet) plekken te realiseren voor niet-rechthebbenden.
– De bedden in de nachtopvang moeten ten minste 1,5 meter uit elkaar worden geplaatst.
– Concentraties van mensen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Probeer
slaapplekken voor grotere groepen zoveel mogelijk op te delen in kleinere compartimenten, bijvoorbeeld door het plaatsen van schotten.
– Zoek – indien dit niet lukt – naar meerdere locaties waar dak- en thuisloze mensen ’snachts kunnen worden ondergebracht. Denk hierbij bijvoorbeeld in eerste instantie aan gymzalen of leegstaand maatschappelijk (zorg)vastgoed.
– Aanbieders zien er op toe dat mensen die gebruik maken van de nachtopvang, zich overdag niet begeven in de buurt van deze nachtopvang.
Ten aanzien van de inloopfunctie overdag:
– Dak- en thuisloze mensen mogen overdag de straat op. Uit de extra maatregelen van het kabinet en de richtlijnen van het RIVM vloeit niet voort dat dak- en thuisloze mensen overdag verplicht binnen moeten blijven. Buiten de opvang moeten zij zich wel houden aan
de algemene maatregel om 1,5 meter afstand te houden tot andere personen. Daarnaast kan op grond van de noodverordening een verbod op groepsvorming zijn ingesteld (in bepaalde delen van) de publieke ruimte. Van verboden groepsvorming is sprake als drie of
meer mensen niet de 1,5 meter afstand tot elkaar en tot andere personen in acht nemen.
– Het is van belang voor de volksgezondheid dat er overdag voldoende plekken beschikbaar zijn waar dak- en thuislozemensen, bij voorkeur zo lang als zij willen, warm kunnen worden, terecht kunnen voor hun
sanitaire behoeften, een maaltijd en/of andere vormen van ondersteuning.
– Gemeenten en aanbieders zorgen hiervoor (en het maatschappelijk middenveld, zoals kerken en particuliere initiatieven, worden opgeroepen waar nodig hierbij te helpen). Daarbij moeten de regels inzake 1,5 meter afstand in acht worden genomen.


Bij gezondheidsklachten:
– Instellingen die zorg dragen voor deze doelgroep wordt geadviseerd bij hen navraag te doen naar klachten die passen bij een besmetting met het coronavirus (triage), zoals nieuwe hoestklachten of verergering van bestaande hoestklachten. Koorts is een bijkomend criterium om aan een besmetting met het coronavirus te denken.
– Plaats deze personen bij verdenking van een besmetting met het coronavirus in een aparte ruimte ter isolatie en waar hij of zij kan uitzieken en de situatie kan worden gemonitord.
– Er hoeft geen melding bij de GGD te worden gemaakt bij verdenking van besmetting met
het coronavirus.
– Indien aparte ruimtes beschikbaar zijn, maar deze gebruikt worden voor dak- en thuisloze
mensen die niet ziek zijn, dan zal er prioritering plaats moeten vinden. Zieke dak- en thuisloze mensen gaan voor.
– Indien de klachten bij een zieke dakloze persoon verergeren dan zal er contact opgenomen moeten worden met de eerste lijn waarmee de instellingen afspraken heeft. Indien klachten dermate ernstig en acuut zijn, moet telefonisch worden overlegd met de spoedeisende hulp van een ziekenhuis.
– Zorg dat er vervoer beschikbaar is voor het verplaatsen van zieke dak- en thuisloze mensen naar de aparte (isolatie)ruimte om uit zieken of om naar het ziekenhuis te brengen. Zie voor het protocol noodzakelijk zittend vervoer:
https://lci.rivm.nl/noodzakelijk-zittend-vervoer.
– Buiten het ziekenhuis heeft het testen van patiënten met klachten passend bij een besmetting met het coronavirus geen meerwaarde voor de individuele patiëntenzorg. Het verandert het behandelbeleid niet. Er kunnen omstandigheden zijn, waarbij het van belang is om 1 of 2 bewoners in een instelling wel te testen, bijvoorbeeld om het voorkomen van het coronavirus in een instelling vast te stellen. Dit is echter maatwerk en moet met de GGD worden overlegd.
– Het is ongewenst dat zieke dak- en thuisloze mensen de straat op gaan voordat zij zijn hersteld.
– Mogelijk weigert een dakloze persoon verblijf in de aparte (isolatie)ruimte als er sprake is
van een (vermoedelijke) besmetting met het coronavirus. Neem in dat geval contact op met de lokale GGD. Zij zijn verantwoordelijk voor de procedure in het geval van een mogelijke gedwongen opname in het kader van de Wet publieke gezondheid (Wpg). De GGD handelt vervolgens conform een met het RIVM afgestemd protocol waarover nauwe afstemming plaatsvindt.
– Bij vragen over de uitvoering van de maatregelen kunnen instellingen advies vragen aan de GGD in hun regio.
Ten aanzien van de veiligheid van medewerkers:
– Medewerkers moeten altijd de algemene hygiënerichtlijnen volgen (geen handen geven;
regelmatig handen wassen; hoesten en niezen in de ellenboog; papieren zakdoekjes gebruiken).
– Omdat er een tekort is aan mondneusmaskers, is het belangrijk om de verzorging van de personen die verdacht worden van besmetting met het coronavirus zo te organiseren dat een afstand tot meer dan 1,5 meter wordt aangehouden en het contact beperkt wordt tot minder dan 5 minuten.
– Indien aan deze personen hulp geboden moet worden bij lichamelijke verzorging en verpleging dan zijn persoonlijke beschermingsmiddelen nodig (https://lci.rivm.nl/covid19/PBMbuitenziekenhuis).

Bedrag